Dictionary - Dutch > English

< < Previous Page       Showing word pairs #1000 to #1500 of 5203 pairs total      Next Page > >

Dutch = English

doel = meaning
doel = target
doel = goal
doelen = purposes
doelgroep = target
doen = do
doen = doing
doet = do
dokter = doctor
dokter = physician
domeinnaam = domain name
domeinnamen = domain names
donderdag = thursday
donderdagavond = thursday night
donkere = darker
dood = death
dood = kill
door = by
door = owing to
door = through
doorgaan = continue
doorheen = through
doorzetten = carry through
doorzetten = see out
doos = box
doos = case
dorp = town
dorp = village
dorst = thirst
dorstig = thirsty
douche = shower
downloaden = downloading
dozen = boxes
dozen = cases
draadloze = radio
draadloze = wireless
draai = turning
draai = twist
draai = winding
draai = turn
draak = dragon
dragen = carry
dragen = wear
drank = drink
draven = trot
dreef = alley
dreef = avenue
dreef = field
dreef = lane
dreef = region
dreigend = menacing
dreigend = ominous
dreigend = threatening
dreigende = menacing
dreigende = ominous
dreigende = threatening
dreigt = menaces
dreigt = threatens
drempel = sleeping policeman
drempel = speed bump
drempel = threshold
drempel = doorstep
drempel = bar
drie = three
drift = drove
drift = flock
driftig = fiery
driftig = hasty
driftig = passionate
drijven = drift
drijven = float
drijven = swim
drinken = drink
drinkt = drink
driven = drive
droef = afflicted
droef = sad
droefheid = affliction
droefheid = sadness
droefheid = sorrow
drogist = druggist
dromen = dream
droog = dry
droom = dream
druipen = drip
druk = busy
druk = crowded
druk = fussy
druk = lively
drukken = depress
drukken = oppress
drukken = press
drukken = print
drukken = squeeze
duidelijk = understandable
duidelijkheid = clarity
duidelijkheid = clearness
duidelijkheid = obviousness
duim = thumb
duimen = thumbs
duits = german
duitse = german
duitser = german
duitsland = germany
duizend = thousand
duizenden = thousands
dun = clear
dun = rare
dun = slender
dun = small
dun = thin
dun = washy
dun = watery
dun = sparse
durf = daring
dus = so
dusdanig = such
dusver = so far
dusver = up till now
duurste = most expensive
duurzaam = sustainable
duw = push
duwen = push
dwalen = roam
dwalen = wander
dwangarbeider = convict
echt = genuinely
echt = real
echt = truely
echte = real
echtelieden = married couple
echter = however
echter = but
echtgenoot = husband
echtgenote = wife
echtheid = authenticity
echtheid = legitimacy
economie = economy
economie = economics
editie = edition
educatieve = educative
eekhoorn = squirrel
een = a
een = an
een = one
eend = duck
eenden = ducks
eenheid = unit
eens = just
eens = once
eens = once upon a time
eens = one day
eenvoudig = simple
eer = honor
eer = honour
eer = rather
eer = sooner
eer = before
eer = credit
eerder = before
eerder = earlier
eerder = rather
eerder = sooner
eerlijke = fair
eerlijke = honest
eerlijke = sincere
eerst = first
eerste = first
eersteklasrit = first class ride
eet = eat
eeuw = century
eeuwen = centuries
eeuwig = perpetual
eeuwigdurend = perpetual
egteleide = married couple
ei = egg
eieren = eggs
eigen = domestic
eigen = own
eigenaar = owner
eigenaardig = individual
eigenlijk = actually
eigenlijk = proper
eigenlijk = real
eigenlijk = to tell the truth
eigenlijk = true
eiland = island
eilanden = islands
eind = distance
eind = end
eind = offset
einde = end
eindelijk = finally
eindverantwoordelijk = final responsibility
eis = claim
eis = demand
eis = petition
eis = requirement
eisen = desire
eisen = require
eisen = require of
eisen = claim
eisen = claims
eisen = demand
eisen = demand from
ekeliede = married couple
elektriciteit = electricity
elektronisch = electronic
elephant = olifant
elf = eleven
elf = elve
elk = each
elk = every
elkaar = each
elkaar = each other
elkaar = one another
elke = each
en = and
energie = energy
engels = english
engelse = english
engte = narrow
enig = only
enig = single
enig = sole
enig = unique
enige = some
enige = any
enigszins = rather
enigszins = slightly
enigszins = somewhat
enkele = any
enkele = some
enorm = enormous
enorme = enormous
entree = entrance
er = there
eraan = attached to it
eraan = on it
erg = bad
erg = badly
erg = evil
erg = ill
erg = important
erg = terribly
erg = very
ergens = somewhere
ernst = earnest
ernst = earnestness
ernst = gravity
ernst = serious
ernst = seriousness
ernstig = solemn
ernstig = earnest
ernstig = grave
ernstig = pensive
ernstig = serious
erop = up it
erop = according to that understanding
erop = on
erop = on it
erop = onto
erotiek = erotics
erven = heirs
eten = eat
etentje = dinner party
etteren = discharge
euro = euro
europa = europe
europees = european
europese = european
eurozone = euro zone
evaluatie = assessment
evaluaties = assessments
evaluaties = evaluations
even = equally
even = just
even = moment
eventuele = possible
evolutie = evolution
expert = expert
experts = experts
explosie = explosion
explosieve = explosive
export = export
exporteren = export
extra = extra
extremisten = extremists
ezel = ass
ezel = donkey
faalt = fails
fabrikant = manufacturer
factureren = invoices
familie = family
familiebezoek = family visit
fanatiek = fanatical
fantasie = fantasy
fase = phase
fasen = phases
fatsoenlijk = decent
favoriet = favorite
februari = february
feestelijke = festive
feesten = parties
ferm = energetic
ferm = fine
ferm = smart
fiets = bicycle
fietsen = bicycling
fietsen = cycle
fietsenmaker = bicycle repairman
fietser = cyclist
fietsroute = bicycle path
fietsroute = bike route
fietste = cycled
fijn = fine
fijne = fine
fijne = lovely
fijne = nice
fijne = subtle
fijne = tiny
fijne kneepjes = intricacies
filmpje = film
financien = finance
financien = financing
financiering = financing
financiering = funding
fles = bottle
flessen = bottles
flessen = rip off
flessen = swindle
flessen = trick
flexibele = flexible
fluiten = whistle
fluiten = whistling
food = food
formatie = formation
fors = bold
fors = considerable
fors = loud
fors = robust
fors = sturdy
fors = substantial
fotos = pictures
fout = wrong
frankrijk = france
frans = french
franse = french women
freeze = gel
frequenties = frequencies
fris = cool
fris = fresh
frons = frown
frons = wrinkle
functies = duties
functies = functions
functies = position
functies = post
fuseren = merge
fuseren = merge with
ga = go
gaan = go
gaan = going
gaat = go
gade = spouse
gans = goose
ganzen = geese
ganzenlever = goose liver
ganzenveer = goose feather
ganzenveer = quill
garde = guard
gast = guest
gat = bum
gat = gap
gat = hole
gat = backside
gaten = holes
gauw = quick
gauw = swift
geaccepteerd = accepted
gearresteerd = arrested
geavanceerd = advanced
geïmporteerde = imported
gebaar = gesture
gebaren = gestures
gebeld = called
gebeurde = event
gebeuren = chance
gebeuren = happen
gebeuren = occur
gebeurtenissen = events
gebeurtenissen = happenings
gebeurtenissen = occurrences
gebied = area
gebied = region
gebied = sphere
gebied = territory
geblowed = bled
geboortedag = birthday
geboren = born
gebouw = building
gebouwd = built
gebracht = brought
gebracht = taken
gebrek = defect
gebrek = infirmity
gebrek = lack
gebrek = shortage
gebrek = shortcoming
gebruik = use
gebruiken = use
gebruiker = user
gebruikers = consumers
gebruikers = users
gebruikersnamen = user names
gebruikt = use
gecorrigeerd = corrected
gedaagde = defendant
gedaan = did
gedacht = thought
gedeelte = largely
gedegin = native
gediend = served
geding = case
geding = lawsuit
gedownload = downloaded
gedronken = drunk
gedronken = drunken
geduld = forbearance
geduld = patience
geduldig = patient
geef = dirt cheap
geef = for nothing
geef = gift
geef = give
geeft = matter
geel = yellow
geen = no
geen = without
geeuwde = yawn
geeuwen = yawn
gefaald = failed
gefinancierd = financed
gefossiliseerde = fossilized
gefuseerde = merged
gegaan = gone
gegaan = went
gegeeuwd = yawned
gegeten = eaten
gehad = had
gehad = have
geheel = whole
geheimhouding = discretion
geheimzinnig = mysterious
geheugenstick = memory stick
gehoor = audience
gehoor = auditory
gehoor = ear
gehoor = hearing
gehoor = sound
gehoord = heard
gehoord = learnt
gehouden = be bound to
geile = horny
geinig = funny
geinteresseerd = gripped
geinteresseerd = interested
geitenkaas = goat cheese
gek = crazy
gekomen = came
gekoppelde = joined
gekoppelde = coupled
gekozen = chosen
gekregen = acquired
gekregen = got
gekregen = have
gelach = laughing
gelach = laughter
gelaten = leave
geld = money
gelden = valid
geldt = applied
geldt = enforced
geleden = ago
gelegen = located
gelezen = read
gelijk = alike
gelijk = equal
gelijk = even
gelijk = similar
geloof = belief
gelooft = believe
geloofwaardigheid = credibility
geloven = beliefs
gelukkig = happy
gemaakt = affected
gemaakt = made
gemaakt = pretentious
gemaakt = ready made
gemailt = mailed