Dictionary - Dutch > English

< < Previous Page       Showing word pairs #2000 to #2500 of 5203 pairs total      Next Page > >

Dutch = English

indrukwekkendste = most impressive
indrukwekkendste = impressive
industriële = industrial
industrie = industry
ineens = all at once
inflatie = inflation
informatie = information
informatrice = information supplier
infrastructuur = infrastructure
ingang = entrance
ingang = portal
ingebouwde = built in
ingebouwde = builtin
ingeleverd = delivered
ingeleverd = handed in
ingeleverd = sacrificed
ingenieur = engineer
ingesteld = adjust
ingesteld = begin
ingesteld = establish
ingesteld = focus
ingesteld = institute
ingesteld = set up
ingevoerd = import
ingevoerd = introduce
ingevulde = filled in
ingezetenen = citizen
inhoud = content
inhoud = contents
inhoudelijk = as regards content
inhoudelijk = with respect to content
inkoken = boil
inkomende = incoming
inlandschekramer = peddler
inleiding = introduction
inlijving = annexation
instance = shin
instanties = instances
instappen = enter
instellingen = attitudes
instellingen = institutes
instellingen = mentalities
intellectuele = intellectual
interessant = interesting
interesse = interest
internationaal = international
internet = internet
internetbedrijf = internet company
internetgebruikers = internet users
internetten = interneting
intocht = entrance
intussen = meanwhile
invloed = influence
invoer = import
invoeren = import
invullen = fill in
inwonen = live in
inwoner = inhabitant
inwoner = resident
inzittende = occupant
inzittende = passenger
inzittenden = occupants
inzittenden = passengers
iraans = iranian
iraanse = iranian
irak = iraq
irakees = iraqi
is = is
islamitisch = islamic
islamitische = islamic
italiaan = italian
italiaans = italian
italie = italy
ivm = in connection with
ja = yes
jaar = year
jaarlijks = yearly
jagen = chase
jagen = hunt
jaja = sure
januari = january
jaren = years
jarenlang = for years
jarenlang = of years
jarenlang = years
jarig = birthday
jarig = celebrating birthday
jas = coat
jas = jacket
jasen = coats
jasje = jacket
jassen = coats
je = you
jeugd = youth
jeugdleider = youth leader
jezelf = yourself
jij = you
jij = your
jodenbuurt = jewish quarter
jong = young
jongen = boy
jongman = unmarried man
jongman = young man
jongst = junior
jongst = youngest
jood = jew
joods = jewish
jou = you
journalisten = journalists
jouw = you
jouw = your
juffvrouw = lady
juffvrouw = miss
juichen = jubilate
juichen = shout
juist = accurate
juist = correct
juist = just
juist = right
juli = july
jullie = you
jullie = your
jullie = you all
juni = june
juwelier = jeweler
kaak = gill
kaak = jaw
kaart = ticket
kaarten = cards
kaartje = ticket
kaas = cheese
kabel = cable
kachel = stove
kader = frame
kader = scope
kalfsvlees = veal
kalm = calm
kalm = composed
kalm = peaceful
kalm = peacefull
kalm = quite
kalm = untroubled
kam = comb
kamde = combed
kameel = camel
kamelen = camels
kamer = room
kamers = rooms
kampen = contend
kampen = fight
kampioen = champion
kampioenschappen = championships
kan = can
kanarie = canary
kandidaten = candidates
kans = chance
kant = side
kantoor = office
kantoren = offices
kapitaalmarkt = capital market
kapitein = captain
kapot = broken
kapper = barber
kapper = hairdresser
karton = carton
kasten = closets
kat = cat
katten = cats
keek = looked
keel = throat
keer = time
keer = turn
keerde = turned
keilen = fling
keilen = pitch
keizer = emperor
kek = nifty
keken = looked
kellner = waiter
kennen = be aquainted with
kennen = know
kennis = aquaintance
kennis = knowledge
kennisinstelling = institute of knowledge
kent = knows
keren = check
keren = turn
kerst = christmas
kerstdagen = christmas days
kerstman = father christmas
kerstman = santa
kerstman = santa claus
ketting = chain
ketting = necklace
keuken = kitchen
keur = bylaw
keur = choice
keur = hallmark
keur = selection
keur = approve
keuze = choice
kiest = chooses
kiezen = choose
kiezers = choosers
kiezers = electorate
kijk = look
kijken = look
kijken = to look at
kikker = frog
kind = child
kinderen = children
kint = child
kip = chicken
kippen = chickens
klaar = evident
klaar = finished
klaar = ready
klaar = clear
klaarmaken = make ready
klachten = complaints
klagen = complain
klant = client
klant = customer
klanten = clients
klanten = customers
klap = slap
klappen = slaps
kleding = clothing
klein = small
kleindochter = granddaughter
kleine = lesser
kleine = lower
kleinkind = grandchild
kleintje = baby
kleinzoon = grandson
klerk = clerk
kleur = color
kleur = colour
kleuren = colors
kleurenpalet = color palet
klik = click
klink = latch
klinken = sound
klok = clock
klonk = clinked
klonken = clinked
knecht = assistant
knecht = laborer
knecht = labourer
knecht = servant
knelpunt = bottleneck
knoflook = garlic
knollentuin = pleased as punch
knollentuin = pleased
knorren = growl
knorren = grumble
knorren = grunt
koe = cow
koeien = cows
koekje = cookie
koelkast = refigerator
koepbakker = baker
koeriersbedrijven = delivery company
koffer = trunk
koffer = boot
koffer = box
koffie = cofee
koffie = coffee
kogel = ball
kogel = bullet
kok = cook
koken = boil
koken = cook
kom = come
komen = come
komende = coming
komt = come
konden = could
konijn = rabbit
konijn = bunny
koning = king
koningen = kings
koningin = queen
koningshuis = royal house
koninklijke = regal
koninklijke = royal
kont = ass
konvooi = convoy
kook = boil
kook = bring to boil
kookboek = cookbook
koop = buy
kop = head
kopen = buy
kopen = purchase
kopje = cup
koppen = heads
koren = corn
koren = grain
korporaal = corporal
korpsen = corps
kort = short
korte = short
korting = discount
korting = rebate
korting = savings
kost = costs
kosten = cost
kosten = expenses
kosten = costs
kostganger = boarder
koud = cold
kraak = break in
kraak = crack
kraamkind = newborn
kraamkind = newborn child
kraan = tap
krabt = scratches
krakelen = quarrel
krakelen = squabble
krakers = squatters
kralen = beads
kramer = vendor
krant = newspaper
kreeft = crayfish
kreeft = lobster
kreet = cry
kreet = scream
kreet = shriek
kreet = weep
kregen = got
kregen = received
kriebelen = tickle
krijg = get
krijg = war
krijgen = get
krijgen = have
krijgen = receive
kroatie = croatia
kroatisch = croatian
kroeg = bar
kroeg = pub crawl
kroeg = pub
kroeg = public house
krokodil = crocodile
kruid = herb
krullen = curls
kuil = clamp
kuil = hole
kuil = pit
kuil = waist
kun = can
kunnen = can
kunst = art
kunt = can
kurk = cork
kus = kiss
kusje = kisses
kussen = gullie
kussen = kiss
kussen = pillow
kut = cunt
kwaad = angry
kwam = came
kwamen = came
kwartaal = financial quarter
kwartaal = quarter
kwekeling = pupil
kwijt = lost
kwik = mercury
laag = base
laag = deep
laag = layer
laag = nasty
laagste = lowest
laars = boot
laarzen = boots
laat = late
laat = let
laatst = last
laatste = last
lach = laugh
lachen = laugh
lachen = smile
ladder = ladder
lag = laid
lag = situated
lagen = laid
lagen = situated
lager = lower
laken = cloth
laken = sheet
lanceren = launch
lancering = launching
land = country
landbouw = agriculture
landen = land
landen = disembark
landkaart = map
landverhuizer = emigrant
lang = long
langdurig = at great length
langdurig = for a long time
langdurig = long lasting
langdurig = prolonged
langdurige = long lasting
lange = long
langer = further
langer = more
langere = longer
langs = past
langzaam = slow
langzamerhand = gradually
langzamerhand = little by little
lap = patch
lap = piece
lap = rag
lap = tatter
lap = cloth
lastig = difficult
lastig = hard
lastig = inconvienient
lastig = nasty
lastig = tricky
lastig = unruly
laten = let
later = after
later = later
leden = following
leden = members
leeftijd = age
leeg = empty
leeg = idle
leeg = vacant
leek = looked
leer = doctrine
leer = ladder
leer = leather
leer = theory
lees = read
leeuw = lion
leger = military
leger = emptier
leger = army
leiderschap = leadership
lekker = tasty
lelijk = ugly
lenen = borrow
lenen = lend
lengte = length
leningen = loans
lente = spring
lepel = ear of animal
lepel = ladle
lepel = spoon
leraar = minister
leraar = teacher
lerares = female teacher
leren = learn
les = lesson
letland = latvia
letten = attention
letten = mind
leuk = entertaining
leuk = funny
leuk = nice
leuk = amusing
leuke = nice
leukste = nicest
leukste = funnest
leurder = hawker
leurder = peddler
leven = life
leven = live
levend = living
levend = alive
levenslang = lifelong
leverde = delivered
leveren = deliver
leveren = delivery
leveren = supply
levering = deliverance
lezen = read
libië = libya
libische = libyan
lichaam = body
lichaamsbeweging = bodily movement
licht = light
lichte = light
lichtmast = lamppost
lichtmast = light tower
lid = member
lid = part
lied = hymn
lied = song
lief = beloved
lief = cute
liefde = love
liefdezuster = nun
liefhebben = like