Dictionary - Dutch > English

< < Previous Page       Showing word pairs #2500 to #3000 of 5203 pairs total      Next Page > >

Dutch = English

liefhebben = like of
liefhebben = love
liefhebben = love for
liefhebben = preference
liefhebben = preference for
liefst = like
liefst = likes
liefste = sweetest
liegen = lie
liep = ran
liepen = ran
lieve = dear
lieve = nice
lievelings = prefered
liever = preferably
ligbad = bathtub
ligbad = bath
liggen = be situated
liggen = lie
ligmatroos = sailor
ligt = lies
ligt = rests upon
lijden = suffer
lijfje = bodice
lijfje = corsage
lijfje = small body
lijk = corpse
lijken = resemble
lijkt = appear
lijkt = resemble
lijkt = seem
lijm = glue
lijmen = glue
lijn = line
lijnen = lines
lijst = frame
lijst = index
lijst = list
linkerhand = left hand
linkerkant = left side
links = left
linksaf = left
litteken = scar
logeren = stay
logeren = visit
lokaal = local
lokaal = place
lokaal = room
lokale = local
loodgieter = plumber
look = garlic
loonlijst = payroll
loop = gate
loop = run
loop = walk
lopen = go
lopen = run
lopen = walk
loper = messenger
loper = runner
loper = walker
loper = bishop
los = detached
los = loose
loslaten = discharge
lossen = discharge
loterij = lottery
love = turkish
lozen = discharge
lucht = air
lucht = scent
lucht = sky
lucht = smell
luchthaven = airport
luchtkissenvaartig = hovercraft
luchtkissenvaartigen = hovercrafts
lui = lazy
luik = hatch
luik = panel
luik = shutter
luik = trapdoor
luister = listen
luisteren = listen
lul = dick
lunch = lunch
maagd = virgo
maak = make
maakt = makes
maaltijd = meal
maan = moon
maand = month
maandag = monday
maandagavond = monday evening
maanden = months
maar = but
maar = just
maart = march
maat = bar
maat = comrade
maat = measure
maat = pal
maat = size
maat = time
maatregel = measure
maatregelen = measure
maatregelen = measures
maatschappij = society
mag = may
magneet = magnet
magnetron = microwave oven
mailen = mails
mailtje = mail
mais = corn
makelaar = real estate broker
maken = make
makkelijk = easy
mama = mom
man = husband
man = person
manier = manner
manier = mode
manieren = manners
manieren = ways
mannen = men
mantel = certificate
mantel = cloak
mantel = coat
mantel = jacket
mantel = mantle
marihuana = marijuana
marihuana = pot
marinebasis = naval base
markt = market
massa = crowd
massa = loads
massa = mass
massaal = massive
massaal = wholesale
mat = carpet
mate = measure
maxima = maximum
maximaal = at most
maximaal = maximum
maximaal = most
maximumbedrag = maximum amount
maximumsnelheid = speed limit
me = i
me = me
mede = also
mede = likewise
mede = too
medelijden = compassion
medelijden = pity
mee = also
mee = with
meegeven = give
meer = more
meerderheid = majority
meerprijs = extra cost
meest = most
meestal = mostly
meeste = most
meeuw = seagull
mei = may
meid = maid
meisje = girl
meld = join
meld = mention
meld = report
meldden = reported
meldden = stated
meldden = mentioned
melden = contact
melding = mention
melding = reporting
melk = milk
melkbezorger = milkman
melkboer = milkman
melkwegstelsels = galactic systems
melodie = melody
melodieen = melodies
men = you
men = man
men = people
men = we
mening = opinion
mens = person
menselijke = human
mensen = people
menukaart = menu
mercurius = mercury
merk = brand
merk = mark
merk = trademark
merken = notice
merken = perceive
merken = stamp
merken = brand
merken = mark
mes = knife
messagingdienst = message service
met = with
metaal = metal
meten = measure
metro = underground
metro = metro
mevrouw = lady
mevrouw = madam
mevrouw = mrs
mexicaan = mexican
mexicaanse = mexican
middag = afternoon
middel = middle
midden = among
midden = center
midden = middle
midden = midst
midden-oosten = middle eastern
migratie = migration
mij = i
mij = me
mijn = mine
mijn = my
mijns = mine
militair = military
militairen = military
miljard = billion
miljoen = million
miljoenen = million
minder = less
minimaal = minimal
ministerie = department
ministerie = office
minste = least
minstens = at least
minuten = minutes
minuut = minute
misbruiken = abuse
misbruiken = abuses
misschien = maybe
misstanden = abuse
mobiel = mobile
mobiele = mobile
mocht = may
mocht = should
mochten = liked
mochten = might
mochten = was allowed to
moderne = modern
moe = tired
moeder = mother
moedig = brave
moedig = courageous
moedig = spirited
moei = aunt
moeij = aunt
moeilijk = difficult
moeilijkheid = difficulty
moeite = labour
moeite = pains
moeite = trouble
moeitevol = hard
moest = must
moesten = must
moet = must
moet = spot
moet = blot
moeten = must
moeten hebben = want
moevol = hard
mogelijk = possible
mogelijkheden = posibilities
mogelijkheid = possibility
mogen = allowed
mogen = like
mogen = may
mogen = should
mohammedaan = muslim
mohammedanisme = islam
momenteel = momentarily
mompelen = mumble
mompelen = mutter
mond = mouth
mond = muzzle
mond = orifice
monteur = mechanic
mooi = beautiful
mooi = pretty
mooie = beautiful
mooie = nice
mooie = pretty
mooier = more beautiful
moord = murder
moordenaar = killer
morele = moral
morgen = morning
morgen = tomorrow
morning = open
moslimextremisten = muslim extremists
motor = engine
motorfiets = motorcycle
mozes = moses
muis = mouse
munten = coins
musea = museum
museum = museum
museumnacht = museum night
musicus = musician
muur = wall
muziek = music
mysterieus = mysterious
na = after
naakt = naked
naam = name
naar = to go to
naar = to
naar volgens = after
naast = nearest
naast = next
nabij = near by
nabij = close
nacht = night
nachtwacht = night watch
nachtwacht = nightwatchman
nadat = after
nakijken = eye
nam = took
namelijk = namely
namen = name
namen = reputation
namen = took
nat = wet
naties = nations
nationaal = national
natuur = nature
natuur = scenery
natuurkunde = physics
natuurlijk = naturally
nauwelijks = barely
nauwelijks = hardly
nauwelijks = no sooner than
nauwelijks = scarcely
nauwlettend = closely
navo = nato
navolging = imitation
nederland = netherlands
nederlander = dutch
nederlanders = dutch
nederlands = dutch
nederlandse = dutch
nederlandstalige = dutch
nee = no
neef = nephew
neefje = nephew
neemt = takes
neer = down
negen = nine
negentien = nineteen
negentig = ninety
nemen = take
nephew = neef
nephews = neven
neptunus = neptune
nettoloon = net salary
nettoloon = net wages
netwerk = network
netwerken = networks
neuken = fuck
neuken = to fuck
neuken = fucking
neukt = fuck
neukt = fucked
neus = nose
nicht = cousin
nicht = niece
nichtje = niece
niemand = nobody
niemand = none
niet = not
niets = nothing
nieuw = new
nieuw-zeeland = new sealand
nieuwe = new
nieuws = news
nieuwsbrief = news brief
nieuwsbrief = newsletter
nieuwsgierig = curious
nieuwsgierig = inquisitive
nieuwsorganisaties = news organizations
nieuwszenders = news broadcasters
nigt = niece
niks = nothing
nodig = necessary
nodig hebben = require
nodig hebben = want
noemen = takes
noemen = calls
nog = still
nog = yet
nogal = fairly
nogal = rather
nogmaals = once again
nogmaals = once more
noodtoestand = state of emergency
nooit = never
noord-afrika = north africa
noord-amerika = north america
noordpool = north pole
noorman = dane
noorse = norwegian
noorwegen = norway
noot = nut
normaal = normal
nou = now
ns = national train service
nu = now
nul = zero
nummer = number
nut = advantage
nut = benefit
o = oh
ober = waiter
objecten = objects
observatie = observation
oceaan = ocean
ochtend = morning
oefenen = practice
oefeningen = exercises
of = or
offer = offering
offer = sacrifice
offer = victim
officieel = official
ogen = aim at
ogen = look good
ogenblik = moment
oh = ah
oh = aha
oktober = october
olie = oil
olieprijs = oil price
olieprijs = price of oil
om = at
om = because of
om = every
om = for
om = to
oma = grandma
omdat = as
omdat = because
omgaan = circumvent
omgaan = go around
omgang = association
omgang = company
omgang = gallery
omgang = intercourse
omgang = procession
omgang = rotation
omgang = round
omgeven = surround
omgeven = envelop
omgeving = acquaintances
omgeving = environment
omgeving = neighbourhood
omgeving = vicinity
omheen = about
omheen = round about
omhoog = aloft
omhoog = on high
omhoog = up
omkwamen = killed
omringen = encircle
omringen = surround
omschrijving = description
omstreden = contested
omstreden = disputed
omver = over
omver = down
omzet = returns
omzet = sales
omzet = turnover
onafhankelijk = independent
onafhankelijke = independent
onbekend = unknown
onbekend = obscure
onbenut = not used well
onbenut = underutilized
onbepaalde = unspecific
onbeperkt = absolute
onbeslist = outstanding
onbetaald = overdue
onbetaald = unpaid
onbetaald = outstanding
ondanks = despite
onder = among
onder = under
onderdeel = part
onderhoud = maintanance
onderhouden = amuse
onderhouden = conserve