Dictionary - English > Dutch

< < Previous Page       Showing word pairs #2000 to #2500 of 5201 pairs total      Next Page > >

English = Dutch

going = gaan
gone = zoek
gone = gegaan
gone = ging
gone = gingen
good = goed
good = goede
good luck = buitenkansje
goods = waren
goods = goederen
goose = gans
goose feather = ganzenveer
goose liver = ganzenlever
got = gekregen
got = kregen
governer = gouverneur
government = bestuur
government = overheid
government services = overheidsdiensten
governor = bestuurder
governor = directeur
governor = regent
gracious = genadig
grade = graad
gradually = langzamerhand
grain = koren
grandchild = kleinkind
granddaughter = kleindochter
grandfather = grootvader
grandma = oma
grandmother = grootmoeder
grandpa = opa
grandparents = grootouders
grandson = kleinzoon
grant = schenken
granted = toegekend
granted = toegestaan
grapple = pakken
grass = gras
grasshopper = veldsprinkhan
grasshoppers = veldsprinkhanen
grave = ernstig
grave = graf
gravitational pull = aantrekkingskracht
gravity = aantrekkingskracht
gravity = ernst
gravity = zwaartekracht
great = grote
great = groot
great = geweldige
greater = groter
greatest = grootste
greatly = uitermate
green = groen
greeting = groet
gregarious = gezellig
grey = grijs
grip = vat
grip = greep
gripped = geinteresseerd
groom = stalknecht
ground = grond
group = groep
grow = groeien
growers = telers
growing = groeiende
growl = knorren
grown up = grote
growth = ontwikkeling
growth = groei
growth = groeit
grumble = knorren
grunt = knorren
guard = garde
guardian = suppoost
guardian = voogd
guardian = curator
guest = gast
guide = gids
guilder = gulden
guilders = gulden
guilders = guldens
guinnea pig = cavia
guinnea pigs = cavias
gullie = kussen
guy = persoon
hack = hakken
had = had
had = gehad
had = hadden
hair = haar
hairdresser = kapper
half naked = halfnaakte
hall = hal
hallmark = keur
ham = ham
hammer = hamer
handed in = ingeleverd
handle = behandeld
handling = behandeling
hands = handen
handset = toestel
hang = hangen
hang = gevallen
happen = gebeuren
happenings = gebeurtenissen
happy = blij
happy = gelukkig
harass = teisterden
harbor = haven
hard = lastig
hard = moeitevol
hard = moevol
hard by = dichtbij
hardly = nauwelijks
hardly = pas
harrassed = teisterden
has = hebt
has = heeft
hasty = haastig
hasty = driftig
hat = hoed
hatch = luik
hate = haten
have = gekregen
have = krijgen
have = gehad
have = hebt
have = hebben
have = heeft
have = heb
have a baby = bevallen
have to do with = bemoeien
hawker = leurder
hawker = venter
he = hij
head = kop
head = hoofd
head of household = gezinshoofd
heads = koppen
heads = hoofden
health = gezondheid
health care = zorg
health care costs = zorgkosten
health costs = zorgkosten
health insurance = zorgverzekering
health insurance provider = zorgverzekeraars
health insurance provider = zorgverzekeraar
healthier = gezondere
healthier = gezonder
healthy = gezond
healthy = gezonde
heap = hoop
hear = hoorde
hear = horen
heard = gehoord
hearing = gehoor
heart = hart
heat = hitte
heat = heette
heat = hegeet
heat = heten
heavy = zwaar
height = hoogte
heirs = erven
held = hielden
held = hield
held fast = aangehouden
held in custody = aangehouden
hell = hel
hello = hallo
help = help
help = hulp
help = helpen
help = behulp
help from = behulp
helps = helpt
her = haar
herb = kruid
here = hier
herewith = hiermee
herewith = hierbij
hesitant = huiverig
hesitate = aarzelen
hey = he
hi = hallo
hi = hoi
high = hoge
high = hoog
higher = hoger
highways = snelwegen
him = hem
him = ie
himself = zich
hindrance = storing
hired man = huurman
his = zijn
his/her = zijn/haar
history = geschiedenis
hit = raken
hit = slaan
hold = bergen
hold = vat
hold = houden
hole = gat
hole = kuil
hole = oog
holes = gaten
home = thuis
home = huis
honest = eerlijke
honey = honing
honor = eer
honour = eer
hoof = hoef
hook = hoek
hop = huppelen
hope = verwachting
hope = hopen
horny = geile
horoscope = horoscoop
horrible = gruwelijk
horse = paard
horse = paardje
horses = paarden
horsie = paardje
hospital = ziekenhuis
hot = heet
hot = warm
hour = uur
house = huis
house = pand
house keeping = huishouding
household = huishouding
households = huishoudens
housewife = huisvrouw
housewife = vrouw des huizes
hovercraft = luchtkissenvaartig
hovercrafts = luchtkissenvaartigen
how = hoe
how many = hoeveel
how many = hoewel
how much = hoeveel
however = echter
huckster = venter
human = menselijke
hundred = honderd
hundreds = honderden
hundreds of thousands = honderdduizenden
hung = hing
hung = hingen
hungary = hongarije
hungry = honger
hungry = hongerig
hunt = jagen
hurried = haastig
husband = man
husband = echtgenoot
hymn = lied
i = ik
i = mij
i = me
ice = ijs
ice cream = ijs
ice cream = roomijs
ice cream = ijsje
iceburg = ijsberg
idea = begrip
idea = idee
ideal = ideale
ideas = begrippen
idle = leeg
if = als
if = indien
ill = erg
image = beeld
images = afbeeldingen
imitation = navolging
immediate = onmiddellijke
immediate = onmiddellijk
impairment = verslechtering
impatient = ongeduldig
implement = uitvoeren
import = ingevoerd
import = invoer
import = invoeren
important = erg
important = belangrijk
imported = geïmporteerde
impressive = indrukwekkendste
imprison = opsluiten
improve = verbeteren
improvement = vooruitgang
improving = verbeteren
in = bij
in = aan
in = ter
in = te
in = op
in = in
in = binnen
in addition = daarnaast
in addition = bovendien
in advance = alvast
in advance = vooruit
in connection with = ivm
in essence is = wees
in good health = gezond
in high spirits = opgewekt
in it = daarin
in love = verliefd
in order that = opdat
in there = daarin
in vain = tevergeefs
in which = waarop
incidents = incidenten
include = bevat
income = rente
incoming = inkomende
inconceivable = onvoorstelbaar
inconvienient = lastig
increase = uitbreiden
increase = stijgen
increases = stijgen
indeed = inderdaad
indent = tanden
independent = onafhankelijk
independent = onafhankelijke
index = lijst
indication = teken
indistinct = onduidelijk
individual = persoon
individual = individu
individual = persoonlijk
individual = individuele
individual = eigenaardig
individual = individueel
industrial = industriële
industrial branch = bedrijfstak
industry = industrie
infant = wicht
infirmity = gebrek
inflation = inflatie
influence = invloed
influential = vermogende
influx = toeloop
information = informatie
information supplier = informatrice
infrastructure = infrastructuur
inhabitant = inwoner
inquiry = aanvraag
inquisitive = nieuwsgierig
insert = plaatsen
inside = binnen
insight = zicht
inspector = toezichthouder
instances = instanties
instant = onmiddellijk
institute = ingesteld
institute of knowledge = kennisinstelling
institutes = instellingen
instructions = aanwijzingen
insurance = verzekering
integration = inburgeren
intellectual = intellectuele
intercourse = omgang
interest = belang
interest = rente
interest = interesse
interest = belangstelling
interested = geinteresseerd
interesting = interessant
international = internationaal
internet = internet
internet company = internetbedrijf
internet users = internetgebruikers
interneting = internetten
into = binnen
intoxicated = zat
intricacies = fijne kneepjes
introduce = ingevoerd
introduction = aanloop
introduction = inleiding
inventor = uitvinder
invest = plaatsen
investigation = onderzoek
invitation = uitnodiging
invoices = factureren
iran = perzie
iranian = iraanse
iranian = ieranier
iranian = iraans
iraq = irak
iraqi = irakees
iron = ijzer
irresistible = onweerstaanbaar
is = zijn
is = is
islam = mohammedanisme
islamic = islamitische
islamic = islamitisch
island = eiland
islands = eilanden
it = het
italian = italiaans
italian = italiaan
italy = italie
item = deel
its = haar
its = zijn
jacket = mantel
jacket = jas
jacket = jasje
january = januari
jaw = kaak
jeans = spijkerbroek
jew = jood
jeweler = juwelier
jewish = joods
jewish quarter = jodenbuurt
job = baan
job market = arbeidsmarkt
jobs = banen
jobs = werkgelegenheid
join = verbinden
join = aanmelden
join = voegde
join = meld
joined = gekoppelde
joining = vereniging
joke = grap
joker = grappenmaker
jokes = grappen
journalists = journalisten
jubilate = juichen
judge = rechter
judgement = overleg
judgment = gericht
judgment = uitspraken
juice = sap
july = juli
jump = springen
jump = spring
jumped = sprong
junction = vereniging
june = juni
junior = jongst
just = juist
just = gewoon
just = maar
just = gerecht
just = even
just = slechts
just = eens
just now = zojuist
justly = terecht
kanarie = canary
kanaries = canaries
keep = bewaren
keep = beschermen
keep = vieren
keep = vervullen
keep = onderhouden
keep = houden
keep = vasthouden
keeper = oppasser
key = sleutel
keyboard = toetsenbord
kick = trap
kick = schoppen
kicks = trappen
kill = dood
killed = omkwamen
killer = moordenaar
kind = vriendelijk
kind = vriendelijke
kind = aardig
king = koning
kings = koningen
kip = chicken
kippen = chickens
kiss = kussen
kiss = kus
kisses = kusje
kisses = zoent
kitchen = keuken
knew = wist
knew = wisten
knife = mes
knight = paard
knock = slag
know = kennen
know = weet
know = verstaan
know = weten
know well = beheersen
knowledge = kennis
known = bekend
knows = kent
laborer = arbeider